|
Claudio is een echte, niet-geadopteerde zoon van een wel-geadopteerde moeder. Zij was ooit een Braziliaanse baby, maar groeide op in Nederland. Claudio is natuurlijk een gewone Nederlandse jongen, maar mooi lichtbruin is hij wel. Hij is bijna tien: nog maar een paar minuten en dan klinken de twaalf klokslagen van beneden en dan is het zover. Claudio ligt alvast wat te denken, met een gloeiend hoofd, want de laatste tijd is er nogal veel gebeurd. Samen met zijn ouders is Claudio bij opa en oma komen wonen. Dat lijkt fijn, maar opeens kreeg mama een brief van ene Rosalia. Dat is een zus uit Amerika, van wie ze het bestaan niet kende. Mama vliegt naar New York en komt verward terug. Er volgen gesprekken over wortels en voeten op de grond. Claudio zit overal tussenin, want... hij is het hart van iedereen. Maar plaf! daar zijn, in de allereerste seconden van zijn verjaardag, twee vreemde wezens. Ze heten Duiv en Jesse, dragen witte jurken en hebben - ziet hij het goed? - gloeiende voeten... Duiv en Jesse zijn cadeauvrienden en ze voorzien hem in hun eigen, wilde stijl van allerlei grappen en adviezen. En wat als mama op een dag besluit dat het welletjes is en haar hele gezin meesleept naar Schiphol?
|